1. Chaque État membre veille à ce que, pour tout traitement de données à caractère personnel au titre de la présente directive, tout passager ait un droit d'accès, un droit de rectification, d'effacement et de verrouillage des données, un droit à réparation et un droit à un recours juridictionnel qui soient identiques à ceux adoptés en droit national en application des articles 17, 18, 19 et 20 de la décision-cadre 2008/977/JAI du Conseil.
1. Iedere lidstaat zorgt ervoor dat ten aanzien van elke verwerking van persoonsgegevens krachtens deze richtlijn iedere passagier dezelfde rechten heeft inzake toegang, het laten corrigeren, wissen of afschermen van gegevens, schadevergoeding en het aanwenden van rechtsmiddelen, als die welke ter uitvoering van de artikelen 17, 18, 19 en 20 van Kaderbesluit 2008/977/JBZ van de Raad in het nationale recht zijn vastgesteld.