Les dispositions spécifiques relatives à la protection des données à caractère personnel figurant dans des actes juridiques de l'Union qui sont entrés en vigueur le 6 mai 2016 ou avant cette date dans le domaine de la coopération judiciaire en matière pénale et de la coopération policière, qui réglementent le traitement entre États membres et l'accès des autorités nationales désignées des États membres aux systèmes d'information créés en vertu des traités, dans le cadre de la présente directive, demeurent inchangées.
Onaangetast blijven de specifieke bepalingen voor de bescherming van persoonsgegevens in Unierechtshandelingen die in werking zijn getreden op of vóór 6 mei 2016 op het gebied van justitiële samenwerking in strafzaken en politiële samenwerking en die voorzien in regels voor verwerking tussen lidstaten onderling, alsmede de toegang van door de lidstaten aangewezen autoriteiten tot informatiesystemen die zijn opgericht op grond van de Verdragen en onder het toepassingsgebied van deze richtlijn vallen.