En adoptant la loi du 15 mars 1999 relative au contentieux en matière fiscale, qui modifie l'article 366 du Code des impôts sur les revenus 1992, le législateur a notamment entendu se conformer à la jurisprudence de la Cour (arrêt n° 39/96) et, partant, octroyer un droit de réclamation au conjoint de la personne au nom de laquelle l'imposition est établie (Ann., Chambre, 1997-1998, 22 avril 1998, p. 8497).
Met de wijziging, bij de wet van 15 maart 1999 betreffende de beslechting van fiscale geschillen, van artikel 366 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, heeft de wetgever onder meer de bedoeling gehad tegemoet te komen aan de rechtspraak van het Hof (arrest nr. 39/96) en aldus aan de andere echtgenoot dan diegene op wiens naam de aanslag is gevestigd, het recht van bezwaar toe te kennen (Hand., Kamer, 1997-1998, 22 april 1998, p. 8497).