Saisie de plusieurs recours en annulation et questions préjudicielles relatifs à la compatibilité du décret de la Région wallonne du 17 juillet 2008 « relatif à quelques permis pour les
quels il existe des motifs impérieux d'intérêt général » avec notamment les articles 10, 11 et 23, alinéa 3, 4°, de la Constitution, lus ou non en combinaison avec plusieurs dispositions de droit international et du droit de l'Union européenne, la Cour a, dans son arrêt n° 30/2010 du 30 mars 2010, décidé, avant de statuer au fond, de
poser à la Cour de ...[+++]justice de l'Union européenne les questions préjudicielles suivantes, portant notamment sur les articles 1 à 4 du décret du 17 juillet 2008 : Nadat verscheidene beroepen tot vernietiging en prejudiciële vragen bij het Hof aanhangig waren gemaakt betreffende de bestaanbaarheid van het decreet van het Waalse Gewest van 17 juli 2008 « betreffende enkele vergunningen waarvoor er dringende redenen van algemeen belang bestaan » met inzonderheid de artikelen 10, 11 en 23, derde lid, 4°, van de Grondwet, al dan niet in samenhang gelezen met verscheidene bepalingen van internationaal recht en van het recht van de Europese Unie, heeft het Hof, in zijn arrest nr. 30/2010 van 30 maart 2010, beslist om, alvorens uitspraak ten gronde te do
en, aan het Hof van Justitie van de Europese Unie de
...[+++] volgende prejudiciële vragen te stellen, die onder meer betrekking hebben op de artikelen 1 tot 4 van het decreet van 17 juli 2008 :