7. encourage, de plus, pour assurer la cohérence et la continuité de l'action territoriale, en fonction de la nature stratégique des projets, une plus grande flexibilité d'utilisation des possibilités offertes par l'article 21 du règlement FEDER concernant la localisation des opérations dans le cadre de la coopération transfrontalière et transnationale, en intégrant les régions maritimes; demande à ce titre une certaine flexibilité dans l'application de la limite des 150 km pour les régions côtières et maritimes dans le cadre de la coopération transfrontalière;
7. dringt voorts aan - teneinde de coherentie en continuïteit van territoriale samenwerkingsmaatregelen te waarborgen en gezien de strategische aard van de projecten in kwestie - op een grotere mate van flexibiliteit bij de benutting van de door artikel 21 van de EFRO-verordening geboden mogelijkheden ten aanzien van de locatie van grensoverschrijdende en transnationale samenwerkingsactiviteiten, waarin ook zeegebieden moeten worden opgenomen; pleit in dit verband voor een zekere mate van flexibiliteit bij de toepassing van de geografische limiet van 150 km die is vastgesteld voor grensoverschrijdende samenwerkingsprogramma´s in kust- en zeegebieden;