Partant de l'avis du Conseil d'État, selon lequel le CPAS doit apprécier dans chaque cas individuel, si la personne qui demande une aide dispose des moyens de mener une vie conforme à la dignité humaine et, sinon, quelle forme doit prendre l'aide (cf. supra) , l'on a transposé le texte de l'article 28, §§ 1 et 3 (aide d'urgence, notamment aux sans-abri) et de l'article 57, § 1 , (mission générale du CPAS) de la loi du 8 juillet 1976 organique des CPAS, à l'article 1344ter , § 5.
Op grond van het advies van de Raad van State dat het OCMW voor ieder geval afzonderlijk moet oordelen of degene die om hulp vraagt, over de middelen beschikt om een menswaardig leven te leiden en, in ontkennend geval, welke vorm de hulpverlening moet aannemen (cf. supra ), werd de tekst van artikel 28, §§ 1 en 3, (dringende hulp onder meer aan daklozen) en van artikel 57, § 1, (algemene opdracht van het OCMW) van de organieke wet van 8 juli 1976 op de OCMW's in het voorgestelde artikel 1344ter , § 5, getransponeerd.