En ce qui concerne les cours d'appel des tribunaux correctionnels, la présence d'un garde est garantie par l'article 211 du Code d'instruction criminelle, figurant au chapitre II intitulé « Des tribunaux correctionnels », et qui énonce: « Les dispositions des articles précédents sur la solennité de l'instruction, la nature des preuves, la forme, l'authenticité et la signature du jugement définitif de première instance, la condamnation aux frais, ainsi que les peines que ces articles prononcent, seront communes aux jugements rendus sur l'appel ».
Voor de hoven van beroep van de correctionele rechtbanken wordt de aanwezigheid van een bewaker gewaarborgd door artikel 211 van het Wetboek van strafvordering, onder hoofdstuk II, « Correctionele rechtbanken », dat luidt als volgt : « De bepalingen van de voorgaande artikelen betreffende de wettelijke vormen van het onderzoek, de aard van de bewijzen, de vorm, de authenticiteit en de ondertekening van het eindvonnis in eerste aanleg, de veroordeling in de kosten, alsook de straffen in die artikelen bepaald, gelden eveneens voor de vonnissen in hoger beroep gewezen ».