Le second problème qui se pose, et c'est là l'objet de la présente proposition, est le suivant: lorsque le ou les parents juridiques sont en vie, qu'ils
sont donc connus en tant que tels et qu'ils possèdent à ce titre des
droits en matière d'autorité parentale, il est actuellement impossible, en droit belge, pour une personne qui n'a aucun lien de filiation avec l'enfant mineur — dans le cas d'espèce, le partenaire marié ou cohabitant du parent juridique de l'enfant issu d'une autre union — d'acquérir des droits e
...[+++]n matière d'autorité parentale.
In tweede orde rijst er een probleem — en dit maakt het voorwerp uit van dit voorstel — dat indien de juridische ouder(s) in leven en aldus gekend is/zijn en in die hoedanigheid over zijn/haar/hun rechten beschik(t)(ken) inzake ouderlijk gezag, het voor een persoon die geen afstammingsband heeft met het minderjarige kind — in dit geval de gehuwde of samenwonende partner van de juridische ouder van het kind uit een andere relatie — het vooralsnog onmogelijk is, naar Belgisch recht, om gezagsrechten te verwerven.