Les dispositions de la loi du 19 juillet 1991 relative aux registres de population et aux
cartes d'identité, également modifiée par cette même loi du 25 mars 2003, apportent toutes les garanties nécessaires pour éviter les abus, fraudes et atteintes aux droits des citoyens. Parmi celles-ci, il faut citer: - l'énumération limitative des données à caractère personnel visibles à l'oeil nu et lisibles de manière électronique ainsi
que celles lisibles uniquement de manière électronique; - l'énumération de
s données contenues ...[+++]dans le registre central des cartes d'identité et la détermination des autorités et des organismes habilités à introduire les informations nécessaires pour sa tenue à jour; - la disposition prévoyant que l'accès à ce fichier est déterminé par arrêté royal délibéré en Conseil des ministres; - enfin une disposition très importante qui constitue une avancée considérable en matière de transparence administrative et de protection de la vie privée et qui permet au titulaire de la carte d'identité électronique de demander à tout moment, au moyen de cette carte ou auprès de la commune dans laquelle il est inscrit dans les registres de la population, non seulement de consulter les données qui sont enregistrées sur la carte ou sont accessibles au moyen de celle-ci et de demander la rectification de ses données à caractère personnel qui ne seraient pas reprises de manière précise, complète et exacte mais aussi de consulter les informations le concernant reprises dans les registres de population ou au Registre national, de demander qu'il soit procédé à la rectification de ces données si elles ne sont pas reprises de manière précise, exacte et complète et enfin de prendre connaissance de toutes les autorités, organismes et personnes qui au cours des six mois écoulés ont consulté ou mis à jour ses données au registre de la population ou au Registre national, à l'exception des autorités administratives et judiciaires chargées de la répression des crimes et délits ...De bepalingen van de wet van 19 juli 1991 betreffende de bevolkingsregisters en de
identiteitskaarten, eveneens gewijzigd bij diezelfde wet van 25 maart 2003, bieden alle nodige garanties om misbruiken, fraude en inbreuken op de rechten van de burgers te vermijden, waaronder: - de limitatieve opsomming van de persoonlijke gegevens die met het blote oog zichtbaar zijn en elektronisch gelezen kunnen worden, alsook de gegevens die enkel elektronisch gelezen kunnen worden; - de opsomming van de gegevens opgenomen in het centraal register van de identiteitskaarten en de bepaling van de overheden en instellingen die gemachtigd zijn om de nodi
...[+++]ge informatiegegevens voor de bijwerking ervan, in te voeren; - de bepaling dat de toegang tot dat bestand vastgelegd wordt door een in Ministerraad overlegd koninklijk besluit; - ten slotte een zeer belangrijke bepaling die een aanzienlijke vooruitgang betekent inzake administratieve transparantie en bescherming van de persoonlijke levenssfeer en die het voor de houder van de elektronische identiteitskaart mogelijk maakt om op elk ogenblik, door middel van die kaart of bij de gemeente waar hij in de bevolkingsregisters ingeschreven is, niet alleen inzage te vragen van de gegevens die op elektronische wijze opgeslagen zijn op de kaart of via de kaart toegankelijk zijn en de verbetering te vragen van zijn persoonlijke gegevens die niet op nauwkeurige, volledige en juiste wijze zouden opgenomen zijn, maar ook inzage te vragen van de hem betreffende informatiegegevens die zijn opgenomen in het bevolkingsregister of in het Rijksregister, verbetering te vragen van die gegevens indien ze niet op nauwkeurige, volledige en juiste wijze zijn opgenomen en ten slotte kennisname te vragen van alle overheden, instellingen en personen die, gedurende de laatste zes maanden, zijn gegevens bij het bevolkingsregister of het Rijksregister hebben geraadpleegd of bijgewerkt, met uitzondering van de bestuurlijke en gerechtelijke overheden die belast zij ...