Les travaux préparatoires de la loi du 23 mai 1990 font apparaître que, lors de la rédaction de cet article 10, le législateur a tenu compte de la Convention du 21 mars 1983 sur le transfèrement des personnes condamnées, adoptée au sein du Conseil de l'Europe (Doc. Parl, Chambre, 1988-1989, n° 608/1, p. 6), dont l'article 11, paragraphe 1 , point b, concernant la conversion d'une condamnation, prévoit expressément que l'autorité compétente d'un Etat ne peut convertir une sanction privative de liberté en une sanction pécuniaire.
Uit de parlementaire voorbereiding van de wet van 23 mei 1990 blijkt dat de wetgever bij de redactie van dat artikel 10 rekening heeft gehouden met het binnen de Raad van Europa aangenomen Verdrag van 21 maart 1983 inzake de overbrenging van gevonniste personen (Parl. St., Kamer, 1988-1989, nr. 608/1, p. 6), waarvan artikel 11, lid 1, b), met betrekking tot de omzetting van een veroordeling uitdrukkelijk erin voorziet dat de bevoegde autoriteit van een Staat een sanctie die vrijheidsbeneming met zich meebrengt, niet in een geldstraf kan omzetten.