La disposition en cause est interprétée par le juge a quo comme n'interdisant pas à l'ONSS, en dépit de l'interdiction de poursuivre des voies d'exécution qu'elle prévoit, de se prévaloir de l'article 30bis de la loi du 27 juin 1969 qui, dans les conditions qu'il prévoit, rend, en son paragraphe 3, les commettants solidairement responsables du paiement des dettes sociales de l'entrepreneur auquel ils font appel et leur impose, en son paragraphe 4, lorsqu'ils effectuent le paiement dû à cet entrepreneur, de retenir et de verser 35 p.c. du montant dont ils sont redevables à l'ONSS.
De in het geding zijnde bepaling wordt door de verwijzende rechter geïnterpreteerd in die zin dat zij de RSZ niet verbiedt, ondanks het erin bepaalde verbod om middelen van tenuitvoerlegging voort te zetten, zich te beroepen op artikel 30bis van de wet van 27 juni 1969 dat, onder de erin bepaalde voorwaarden, in paragraaf 3 ervan de opdrachtgevers hoofdelijk aansprakelijk maakt voor de betaling van de sociale schulden van de onderne
mer op wie zij een beroep doen, en hun, in paragraaf 4 ervan, ertoe verplicht, wanneer zij de aan die ondernemer verschuldigde prijs betalen, 35 pct. van het door hen verschuldigde bedrag in te houden en te st
...[+++]orten aan de RSZ.