En outre, il ne suffisait plus au magistrat de déclarer connaître la langue de l'inculpé; il se vit imposer l'obligation d'apporter la preuve de la connaissance de la langue demandée par l'inculpé (Documents de la Chambre, 666 (1969-1970), nº 1, p. 18, commentaire de l'article 57 du projet de loi).
Bovendien volstond de magistraat niet meer met een verklaring de taal van de verdachte te bezitten; een bewezen kennis van de taal die de verdachte vraagt werd opgelegd (Besch. Kamer, 666 (1969-1970), nr. 1, blz. 18, commentaar bij artikel 57 van het wetsontwerp).