La condition classique selon laquelle le créancier poursuivant doit disposer d'un titre exécutoire est abolie (cf. article 1494 du Code judiciaire), et ce, en raison des modifications et des renouvellements que les parties peuvent apporter de gré à gré à leur crédit-pension et qui pourraient porter atteinte au caractère exécutoire de l'acte notarié initial (voir les articles 9 et 13).
De klassieke eis dat de vervolgende schuldeiser over een uitvoerbare titel moet beschikken vervalt (cf. artikel 1494 van het Gerechtelijk Wetboek). Zulks heeft te maken met de wijzigingen en hernieuwingen die partijen onderhands aan hun pensioenkrediet kunnen aanbrengen en die afbreuk zouden kunnen doen aan het uitvoerbaar karakter van de initiële notariële akte (zie de artikelen 9 en 13).