Ainsi que la Cour l'a jugé par son arrêt n° 182/2008 du 18 décembre 2008, et comme elle l'a rappelé dans ses arrêts n 68/2015, 69/2015 et 70/2015 du 21 mai 2015, l'application des dispositions relatives à l'indemnité de pro
cédure à toutes les parties à un litige porté devant une juridiction civile n'entraîne pas d'effets disproportionnés, étant donné que le législateur a veillé à ne pas entraver l'accès à la justice, en établissant un système forfaitaire et en confiant, à l'intérieur de ce système, un certain pouvoir d'appréciation au ju
ge quant au montant ...[+++]final de l'indemnité de procédure à laquelle la partie succombante peut être condamnée.Zoals het Hof heeft geoordeeld bij zijn arrest nr. 182/2008 van 18 december 2008 en in herinnering heeft gebracht bij zijn arresten nrs. 68/2015, 69/2015 en 70/2015 van 21 mei 2015, brengt de toepassing van de bepalingen betreffende de rechtspl
egingsvergoeding op alle partijen bij een geschil voor een burgerlijk rechtscollege geen onevenredige gevolgen met zich mee, aangezien de wetgever erover heeft gewaakt de toegang tot het gerecht niet te belemmeren door te voorzien in een forfaitair systeem en door, binnen dat systeem, een zekere beoordelingsbevoegdheid toe te kennen aan de rechter ten aanzien van het uiteindeli
...[+++]jke bedrag van de rechtsplegingsvergoeding waartoe de in het ongelijk gestelde partij kan worden veroordeeld.