Les constatations fondées sur des preuves matérielles fournies par des appareils fonctionnant automatiquement en présence d'un agent qualifié font foi jusqu'à preuve du contraire lorsqu'il s'agit d'infractions aux articles 3.2.16 et à 3.2.27, à l'article 3.4.1/1 et à leurs arrêtés d'exécution.
De vaststellingen gebaseerd op materiële bewijzen verstrekt door automatisch werkende toestellen in het bijzijn van een gekwalificeerde agent gelden als bewijs, tot bewijs van het tegendeel, indien het gaat om overtredingen van de artikelen 3.2.16 tot en met 3.2.27, artikel 3.4.1/1 en de uitvoeringsbesluiten ervan.