L'article 45, § 3, prévoit que les personnes qui, à la date d'entrée en vigueur de la loi attaquée, sont titulaires d'une autorisation de détention d'une arme devenue prohibée doivent, dans le délai imposé, soit la transformer en arme non prohibée ou la faire neutraliser par le banc d'épreuves, soit la céder à une personne autorisée à la détenir, soit en faire abandon auprès de la police locale de leur résidence contre une juste indemnité à établir par le ministre de la Justice.
Artikel 45, § 3, bepaalt dat de personen die, op de datum van de inwerkingtreding van de bestreden wet, houder zijn van een vergunning tot het voorhanden hebben van een verboden geworden wapen, dat wapen binnen de opgelegde termijn ofwel door de proefbank moeten laten ombouwen tot een niet-verboden wapen of het moeten laten neutraliseren, ofwel het moeten overdragen aan een persoon met een vergunning tot het voorhanden hebben ervan, ofwel afstand ervan moeten doen bij de lokale politie van hun verblijfplaats tegen een billijke vergoeding die door de Minister van Justitie wordt vastgesteld.