52. juge néanmoins regrettable que la situation générale en matière de normes démocratiques et de respect des droits de l'homme dans bon nombre de pays du Partenariat oriental stagne voire se dégrade; demande à l'Union européenne de prendre une part plus active et durable dans la recherche de solutions politiques aux conflits gelés du voisinage oriental, afin notamment de sortir de l'impasse en Ossétie du Sud et en Abkhazie, mais aussi dans le conflit du Haut-Karabakh et de pouvoir jouer un rôle à part entière dans la mise en place d'un accord de paix en résultant; appelle de ses vœux de nouveaux progrès dans le dossier de la Transnistrie; souligne en outre que le Partenariat oriental ne pourra prendre son essor que lorsque les conflits
...[+++]gelés auront été réglés de manière pacifique, ce qui doit constituer un objectif prioritaire; demande à l'Union européenne de mobiliser tous les leviers de médiation dont elle dispose et de veiller à ce que les droits de l'homme soient intégralement respectés; réaffirme que le développement des relations devrait être subordonné à un attachement véritable aux droits de l'homme, à la démocratie et à l'état de droit; 52. vindt het niettemin betreurenswaardig dat de algemene situatie inzake democratische normen en eerbiediging van de mensenrechten in vele landen van het Oostelijk Partnerschap nauwelijks verbeterd of zelfs verslechterd is; verzoekt de EU om een actievere en constantere rol te spelen bij het zoeken naar politieke oplossingen voor de bevroren conflicten in de landen van het Oostelijk Nabuurschap, in het bijzonder om de impasse over Abchazië en Zuid-Ossetië en over het conflict in Nagorno-Karabach te doorbreken en zich volledig in te zetten voor een vredesakkoord; roept op tot verdere vooruitgang in de kwestie Trans-Dnjestrië; benadrukt verder dat de het Oostelijk Partnerschap slechts volledig kan worden ontwikkeld nadat de bevroren confl
...[+++]icten op vreedzame wijze zijn opgelost, hetgeen een prioriteit moet vormen; verzoekt de EU de instrumenten waarover zij beschikt ten volle te benutten om bemiddelend te kunnen optreden en ervoor te zorgen dat de mensenrechten volledig worden geëerbiedigd; herhaalt zijn standpunt dat de ontwikkeling van de betrekkingen moet afhangen van een substantiële verbintenis ten aanzien van de mensenrechten, de democratie en de rechtsstaat;