Art. 14. Les ouvriers visés à l'article 13 bénéficient d'une indemnité complémentaire mensuelle à charge du fbz-fse Constructiv, pour autant qu'ils satisfassent à toutes les conditions suivantes : 1° conditions d'ancienneté et de carrière : - lorsqu
e le licenciement a lieu en 2015 : au plus au 31 décembre 2015 et à la fin du contrat de travail, avoir atteint
l'âge de 56 ans et pouvoir prouver une carrière professionnelle d'au moins 40 ans; - lorsque le licenciement a lieu en 2016 : au plus au 31 décembre 2016 et à la fin du contrat
...[+++]de travail, avoir atteint l'âge de 58 ans et pouvoir prouver une carrière professionnelle d'au moins 40 ans; 2° avoir cessé toute activité professionnelle non autorisée par la réglementation applicable en la matière; 3° bénéficier d'allocations de chômage; 4° avoir passé au moins 10 ans de leur carrière professionnelle au service de une ou de plusieurs entreprises visées à l'article 1er; 5° avoir obtenu au minimum 5 cartes de légitimation "ayant droit" au cours des 10 dernières années précédant leur mise en non-activité ou 7 cartes au cours des 15 dernières années.Art. 14. De in artikel 13 b
edoelde arbeiders genieten van een maandelijkse aanvullende vergoeding ten laste van fbz-fse Constructiv, voor zover ze aan alle volgende voorwaarden voldoen : 1° leeftijds- en loopbaanvoorwaarden : - indien het ontslag in 2015 plaatsvindt : uiterlijk op 31 december 2015 en op het ogenblik van het einde van de arbeidsovereenkomst, de leeftijd van 56 jaar hebben bereikt en een beroepsloopbaan van minstens 40 jaar kunnen bewijzen; - indien het ontslag in 2016 plaatsvindt : uiterlijk op 31 december 2016 en op het ogenblik van het einde van de arbeidsovereenkomst, de leeftijd van 58 jaar hebben bereikt en een ber
...[+++]oepsloopbaan van minstens 40 jaar kunnen bewijzen; 2° elke door de ter zake toepasselijke reglementering niet toegelaten beroepsactiviteit hebben stopgezet; 3° werkloosheidsuitkeringen genieten; 4° ten minste 10 jaar van hun beroepsloopbaan doorgebracht hebben in dienst van één of meerdere van de in artikel 1 bedoelde ondernemingen; 5° ten minste 5 legitimatiekaarten "rechthebbende" hebben ontvangen tijdens de laatste 10 jaar vóór de op inactiviteitsstelling of 7 kaarten in de loop van de laatste 15 jaar.