Faisant fi de toutes les données dont on dispose concernant la répartition des activités au sein de la banque, l'on a décrété que le rapport linguistique devait être de 50 néerlandophones pour 50 francophones aux niveaux 1 et 2, alors que bien des éléments pratiques plaident pour un rapport linguistique plus favorable aux néerlandophones.
Tegen alle gegevens over verdeling van activiteiten binnen de bank in, werd gesteld dat op de niveau's 1 en 2 de taalverhouding 50/50 moest zijn niettegenstaande heel wat andere praktische argumenten pleitten voor een gunstiger taalverhouding in hoofde van de Nederlandstaligen.