Conformément à l’article 7, paragraphe 1, point a), les États membres peuvent exiger des preuves que le regroupant dispose d’un logement considéré comme normal pour une famille de taille comparable dans la même région et qui répond aux normes générales de salubrité et de sécurité en vigueur dans l’État membre concerné.
Overeenkomstig artikel 7, lid 1, onder a), mogen de lidstaten verzoeken om bewijs dat de gezinshereniger beschikt over huisvesting die in de betrokken regio als normaal wordt beschouwd voor een vergelijkbaar gezin en die voldoet aan de algemene normen inzake veiligheid en hygiëne welke in de betrokken lidstaat gelden.