C. Fiévet, orthopédiste, a introduit un pourvoi en cassation à l'encontre d'un arrêt rendu le 31 janvier 1996 par la Cour d'appel de Mons qui met à néant le jugement dont appel qui, constatant que la demande a
vait été introduite plus de cinq ans après les faits et faisant application de l'article 26 du titre préliminaire du Code d
e procédure pénale, avait déclaré prescrite la demande du défendeur tendant à la réparation des dommages subis par lui à la suite des séquelles de la réduction d'une
...[+++] fracture pratiquée par l'orthopédiste le 27 janvier 1982.
C. Fiévet, orthopedist, heeft een voorziening in cassatie ingesteld tegen een arrest dat op 31 januari 1996 door het Hof van Beroep te Bergen werd gewezen, waarin het vonnis waartegen hoger beroep was ingesteld, nietig werd verklaard, vonnis waarin, na de vaststelling dat de vordering was ingediend meer dan vijf jaar na de feiten en met toepassing van artikel 26 van de voorafgaande titel van het Wetboek van Strafvordering, de vordering van de verweerder strekkende tot herstel van de schade door hem ondergaan als gevolg van de nasleep van de reductie van een breuk uitgevoerd door de orthopedist op 27 januari 1982, verjaard was verklaard.