Ainsi, lorsqu'un supérieur fonctionnel estime que la détention ou le port de l'armement par un membre du personnel présente un danger pour lui ou pour un tiers en raison de circonstances propres à sa profession ou à sa vie privée, ou encore dues à son état psychologique, physique ou psychique, il peut lui retirer provisoirement son armement.
Op het moment dat de functionele overste van mening is dat het voorhanden hebben of het dragen van de bewapening door een personeelslid een gevaar betekent voor hem of voor een derde, wegens omstandigheden eigen aan het beroep, aan zijn privé-leven of te wijten aan zijn mentale, fysieke of psychische toestand, kan hij tijdelijk zijn bewapening intrekken.