pour les feux de croisement dont la source de lumière émet un flux lumineux objectif n’excédant pas 2 000 lumen et dont l’inclinaison initiale se situe entre – 1,0 % et – 1,5 %, l’inclinaison verticale doit rester entre – 0,5 % et – 2,5 % dans toutes les conditions de chargement.
voor dimlichtkoplampen met een lichtbron met een objectieve lichtstroom die niet sterker is dan 2 000 lumen en een begininstelling tussen – 1,0 % en – 1,5 %, moet de verticale helling in alle beladingstoestanden tussen – 0,5 % en – 2,5 % blijven.