83. constate les limites d'action de l'OLAF, ainsi qu'il résulte du rapport annuel du comité de surveillance de l'OLAF (chapitre II, point 3.2), puisqu'il n'a pu donner d'indications précises sur les mesures prises par les autorités nationales c
ompétentes dans les différents cas, sur l'éventuelle imposition de sanctions administratives ou pénales ou sur le recouvrement des fonds; constate également des limites dans son champ d'action (par exemple, le secteur de la TVA, ainsi que l'a signalé la Cour des comptes au point 1.90 de son rapport annuel: "parmi les éléments susceptibles d'augmenter les risques de fraude, il y a auss
i l'absenc ...[+++]e de base légale claire pour une coordination internationale des enquêtes TVA par l'OLAF/Commission"); 83. neemt kennis van de beperkingen die gelden voor optreden door het OLAF, vermeld in het jaarverslag, hoofdstuk III, punt 3.2) van het Comité van toezicht van het OLAF, aangezien het niet in staat was nauwkeurige informatie te verstrekken over de door de bevoegde nationale overheden genomen maatregelen in de diverse betrokken zaken, over het opleggen van eventuele administratieve of strafrechtelijke sancties en over de terugvordering van gelden; wijst tevens op de beperkingen van zijn mogelijkheden voor maatregelen (zo verklaart de Rekenkamer ten aanzien van de BTW-sectoren, punt 190 van het jaarverslag dat "tot de elementen die het frauderisico kunnen verhogen, ook het ontbreke
n behoort van een du ...[+++]idelijke rechtsgrond voor een internationale coördinatie van het BTW-onderzoek door OLAF/Commissie");