Il n'en découle cependant pas que le législateur ne pourrait exclure les gardes particuliers de la possibilité de prêter ou d'emprunter une arme à un tiers, d'autant que les gardes particuliers ne sont pas soumis à un contrôle, comme les chasseurs ou les tireurs sportifs, dont « [les] antécédents pénaux, [la] connaissance de la législation sur les armes et [l']aptitude à manipuler une arme à feu en sécurité » ont été vérifiés.
Daaruit volgt evenwel niet dat de wetgever niet zou vermogen de bijzondere wachters uit te sluiten van de mogelijkheid een wapen uit te lenen aan of te lenen van een derde, des te meer nu de bijzondere wachters niet zijn onderworpen aan een controle zoals die van bijvoorbeeld de jagers of de sportschutters, van wie « [de] strafrechtelijke antecedenten, [de] kennis van de wapenwetgeving en [de] geschiktheid om veilig een vuurwapen te hanteren » zijn nagegaan.