Art. 11. Dans le cas d'une installation fermée, les biomatières ne pouvant pas entrer directement dans le compostage après leur admission sont stockées dans une enceinte fermée, avec traitement de l'air ambiant.
Art. 11. In het geval van een gesloten installatie wordt de biomaterie die na aanneming niet onmiddellijk in het composteringsproces opgenomen kan worden, opgeslagen in een afgesloten ruimte waarin de omgevingslucht behandeld wordt.