Selon les données de l'INAMI, de l'ONEM et de l'ONP, les hommes et femmes de 50 à 64 ans, qui ont abandonné anticipativement leur activité professionnelles, furent de plus en plus nombreux au cours de la période de 1979-1991. On constate également une diminution du taux d'activité global (proportion d'actifs en 1979 : 63 % / en 1991 : 36 %).
Uit gegevens van het RIZIV, de RVA en de RVP kan worden afgeleid dat er voor de periode 1979-1991 in de leeftijdsgroep van 50 tot 64 jaar, zowel bij mannen als bij vrouwen, een stijging was van het aantal vervroegd uitgetredenen én een afname van de globale activiteitsgraad (aandeel werkenden 1979 : 63 % / in 1991 : 36 %).