Art. 2. En exécution de l'article
110 de la loi du 26 mars 1999, les travailleurs licenciés qui, au cours de la période
allant du 1 janvier 2003 au 31 décembre 2004, atteignent l'âge de 56 ans, pourront bénéficier de la prépension conventionnelle s'ils justifient à la fin de leur contrat de travail d'un passé professionnel de 33 ans au moins en tant que salari
é et qu'ils peuvent prouver avoir travaillé au moins 20 ans dans un régi
...[+++]me de travail d'équipes de nuit, tel que défini dans la convention collective de travail n° 46 (arrêté royal du 10 mai 1990, Moniteur belge du 13 juin 1990).
Art. 2. In uitvoering van artikel 110 van de wet van 26 maart 1999, kunnen ontslagen werknemers die in de loop van de periode van 1 januari 2003 tot 31 december 2004 de leeftijd van 56 jaar bereiken, in aanmerking komen voor het conventioneel brugpensioen indien zij op het einde van hun arbeidsovereenkomst kunnen aantonen dat ze minstens 33 jaar als loontrekkende hebben gewerkt en indien ze kunnen aantonen dat ze minstens 20 jaar in een arbeidsstelsel met nachtploegen hebben gewerkt, zoals bepaald in de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 46 (koninklijk besluit van 10 mei 1990, Belgisch Staatsblad van 13 juni 1990).