En effet, le ministère des Finances est autorisé, en vertu de la loi du 31 mai 1923, à aliéner de g
ré à gré tout droit réel immobilier portant sur des biens dont la valeur estimative n'excède pas 50 millions de francs; aucune mesure de publicité ne se justifiait par ailleurs puisque le seul cocontractant possible, pour auta
nt qu'il accepte de marquer son accord sur l'opération, était le huitième duc de Wellington, prince de Waterloo, en raison de l'affectation des 25 hectares en cause à sa dotation; l'opération avait un impact budgé
...[+++]taire se traduisant de façon apparente par la disparition de la rente figurant au nom du prince de Waterloo à l'article 33.03 du budget de la dette publique.De minister van Financiën is immers, krachtens de wet van 31 mei 1923, gemachtigd om elk zakelijk onroerend recht betreffende goederen waarvan de geschatte waarde 50 miljoen frank niet overtreft, uit de hand te vervreemden; geen enkele publiciteitsmaatregel was overigens gerechtvaardigd, vermits de enige mogelijke mede-contractant - voor zover deze aanvaardde z
ijn akkoord met de verrichting te betuigen - de achtste hertog van Wellington, prins van Waterloo, was, gelet op het feit dat de betrokken 25 hectaren reeds deel uitmaakten van zijn dotatie; de verrichting had een budgettaire weerslag die zich op een zichtbare wijze uitte door he
...[+++]t verdwijnen van de rente voorkomend op naam van de prins van Waterloo op het artikel 33.03 van de begroting van de staatsschuld.