Le CONSEIL D'ÉTAT, section de législation, deuxième chambre, saisi par le président du Sénat, le 12 mars 2002, d'une demande d'avis, dans un délai ne dépassant pas un mois, sur un avant-projet de loi « modifiant le Code judiciaire en ce qui concerne la compétence territoriale du juge en matière de saisies conservatoires et de moyens d'exécution (amendements nº 1 à 6 du gouvernement) (doc. Sénat, nº 2-1004/2, 2001-2002) », a donné le 27 mai 2002 l'avis suivant :
De RAAD VAN STATE, afdeling wetgeving, tweede kamer, op 12 maart 2002 door de voorzitter van de Senaat verzocht hem, binnen een termijn van ten hoogste een maand, van advies te dienen over een ontwerp van wet « tot wijziging van het Gerechtelijk Wetboek aangaande de territoriale bevoegdheid van de rechter inzake bewarende beslagen en middelen tot tenuitvoerlegging (amendementen nrs. 1 tot 6 van de regering) (stuk Senaat, nr. 2-1004/2, 2001-2002) », heeft op 27 mei 2002 het volgende advies gegeven :