La première question préjudicielle porte sur le point de savoir si l'article 221, § 1, de la LGDA viole le principe de légalité en matière pénale s'il « est interprété en ce sens que le juge pénal qui prononce la confiscation sur la base de cet article peut ou doit en outre prononcer la condamnation au paiement, à titre de sanction pénale, de la contre-valeur des marchandises confisquées, en cas de non-représentation de celles-ci ».
Met de eerste prejudiciële vraag wenst de verwijzende rechter van het Hof te vernemen of artikel 221, § 1, van de AWDA het strafrechtelijke wettigheidsbeginsel schendt in zoverre het « aldus wordt gelezen dat de strafrechter die de verbeurdverklaring op grond van dit artikel uitspreekt, daarnaast de veroordeling kan of moet uitspreken tot de betaling, bij wijze van strafsanctie, van de tegenwaarde van de verbeurd verklaarde goederen bij niet wederoverlegging ervan ».