Vertaling van "maîtrisent le néerlandais " (Frans → Nederlands) :

TERMINOLOGIE

système d’analyse des dangers et points critiques pour leur maîtrise | système d’analyse des risques — points critiques pour leur maîtrise | système d'analyse des risques et maîtrise des points critiques | système HACCP | ARMPC [Abbr.] | HACCP [Abbr.]
HACCP [Abbr.]

..état de Néerlandais (plus rare) | ..la qualité de Néerlandais | la nationalité néerlandaise
Nederlanderschap

culture numérique [ alphabétisation numérique | compétence numérique | culture de l'information | maîtrise de l'information | maîtrise des outils informatiques ]
digitale cultuur [ digibeet | digitale alfabetisering | digitale competentie | digitale geletterdheid | digitale kennis | informatiecultuur ]

agent de maîtrise d'exploitation sylvicole | superviseur d'exploitation forestier | agente de maîtrise d'exploitation forestière | technicien forestier/technicienne forestière
uitvoerend medewerker bosbouw | voorman houtproductie

Agence de développement de l'énergie pour la maîtrise de l'environnement | Agence de l'environnement et de la maîtrise de l'énergie | Ademe [Abbr.]
milieu- en energiebesparingsagentschap

florin néerlandais
Nederlandse gulden

maîtriser les procédés d’abattage des animaux
omgaan met het doden van dieren

agent de maîtrise [ chef d'atelier | chef d'équipe | contremaître ]
opzichter [ ploegbaas | voorman | werkbaas ]

contrôle des armements [ maîtrise des armements ]
wapenbeheersing

gérer la maîtrise des obstacles
obstakelcontroles beheren

IN-CONTEXT TRANSLATIONS

4° tous les responsables maîtrisent le néerlandais ;
4° alle verantwoordelijken beschikken over actieve kennis van het Nederlands;

2° tous les responsables maîtrisent le néerlandais ;
2° alle verantwoordelijken beschikken over actieve kennis van het Nederlands;

Dans le premier moyen, première branche, pris dans l'affaire n° 6173, les parties requérantes font valoir que l'article 110/5, § 2, 3°, du Code flamand de l'enseignement secondaire - qui exige dorénavant qu'au moins un des parents qui souhaitent bénéficier du régime prioritaire lors de l'inscription de leur(s) enfant(s) dans l'enseignement secondaire néerlandophone dans la région bilingue de Bruxelles-Capitale ait une connaissance linguistique correspondant au niveau B2 du Cadre européen commun de référence pour les langues - établit une différence de traitement discriminatoire en matière de droit à l'enseignement entre les enfants qui, grâce à leur parcours scolaire antérieur, maîtrisent le néerlandais mais dont aucun des parents ne maîtrise le néerlandais au niveau B2 et les enfants qui, indépendamment de leur connaissance du néerlandais, ont au moins un parent qui maîtrise le néerlandais à ce niveau.
In het eerste onderdeel van het eerste middel in de zaak nr. 6173 betogen de verzoekende partijen dat artikel 110/5, § 2, 3°, van de Vlaamse Codex Secundair Onderwijs - dat van minstens één van de ouders die de voorrangsregeling willen genieten bij de inschrijving van hun kind(eren) in het Nederlandstalige secundair onderwijs in het tweetalige gebied Brussel-Hoofdstad voortaan een taalkennis van het niveau B2 van het Gemeenschappelijk Europees Referentiekader voor Talen vereist - een discriminerend verschil in behandeling zou invoeren inzake het recht op onderwijs, tussen kinderen die dankzij hun vorige schoolloopbaan weliswaar het Nederlands machtig zijn maar van wie geen van de ouders het Nederlands machtig is op het niveau B2 en kinderen die - ongeacht hun kennis van het Nederlands - wel minstens één ouder hebben die het Nederlands op dat niveau machtig is.

Le décret prévoit deux possibilités de fournir la preuve qu'un parent maîtrise suffisamment le néerlandais : soit sur la base du parcours scolaire de ce parent dans l'enseignement néerlandophone (article 110/5, § 2, 1°, 2° et 4°, du Code flamand de l'enseignement secondaire), soit à l'issue d'un test linguistique apportant la preuve d'une maîtrise du néerlandais au niveau B2 du Cadre européen commun de référence pour les langues (article 110/5, § 2, 3°, du même code).
Volgens het decreet zijn er twee soorten mogelijkheden om het bewijs te leveren dat een ouder het Nederlands voldoende machtig is : hetzij op grond van de schoolloopbaan van die ouder in het Nederlandstalig onderwijs (artikel 110/5, § 2, 1°, 2° en 4°, van de Vlaamse Codex Secundair Onderwijs), hetzij via een taaltest die het bewijs levert dat men het Nederlands beheerst op niveau B2 van het Gemeenschappelijk Europees Referentiekader voor Talen (artikel 110/5, § 2, 3°, van dezelfde Codex).

3° en produisant la preuve qu'il maîtrise le néerlandais au moins au niveau B2 du Cadre européen commun de référence pour les Langues.
3° door het voorleggen van het bewijs dat hij het Nederlands beheerst op minstens niveau B2 van het Gemeenschappelijk Europees Referentiekader voor Talen.

Je réitère le constat : un Bruxellois néerlandophone a statistiquement une probabilité de 61,5 % de tomber sur un facteur ne maîtrisant pas le néerlandais; un Bruxellois francophone n'a en revanche qu'une probabilité de 2 % d'avoir affaire à un facteur ne maîtrisant pas le français.
Ik herneem de concrete vaststelling: een Nederlandstalige inwoner van Brussel heeft statistisch gezien 61,5 % kans om een Nederlandsonkundige postbode aan zijn deur te krijgen, een Franstalige inwoner heeft daarentegen slechts 2 % kans om met een Fransonkundige postbode te doen te hebben.

Le nombre de périodes supplémentaires selon les échelles auxquelles l'école a droit est 0,29116 périodes de cours x (C + (D-C)), où, si la réponse à la soustraction D-C est négative, ceci est assimilé à 0. Dans cette formule : 1° C= l'augmentation totale au 1 juin 2016 par rapport au 1 février 2016 de jeunes enfants de l'école qui, au 31 décembre de l'année scolaire en cours, n'ont pas atteint l'âge de cinq ans et qui, au premier jour de classe du mois de février 2016, remplissent simultanément les conditions suivantes : a) le jeune enfant est un primo-arrivant. Cela signifie qu'il ne résidait en Belgique qu'à partir du 1 juillet 2015 ou plus tard ; b) le jeune enfant n'a pas le néerlandais comme langue familiale ou langue maternelle ; c) le jeune enfant n'a pas une maîtrise suffisante de la langue d'enseignement pour pouvoir suivre les cours avec succès ; d) le jeune enfant est inscrit depuis neuf mois au maximum, sans compter les mois de vacances de juillet et d'août, dans une école ayant le néerlandais comme langue d'enseignement ; 2° D= l'augmentation totale au 1 juin 2016 par rapport au 1 février 2016 de jeunes enfants de l'école répondant à la caractéristique de l'élève visée à l'article 133, § 1, c), du décret.
Het aantal extra lestijden volgens de schalen waarop de school recht heeft, is 0,29116 lestijden maal (C + (D-C)), waarbij, als D-C negatief is dit gelijkgesteld wordt aan 0, waarbij: 1° C= de totale stijging op 1 juni 2016, ten opzichte van 1 februari 2016, van kleuters in de school die op 31 december van het lopende schooljaar jonger dan vijf jaar zijn en die op de eerste schooldag van februari 2016 gelijktijdig aan de volgende voorwaarden voldoen: a) de kleuter is een nieuwkomer, dat wil zeggen dat hij pas vanaf 1 juli 2015 of later in België verblijft; b) de kleuter heeft niet het Nederlands als thuistaal of moedertaal; c) de kleuter beheerst onvoldoende de onderwijstaal om met goed gevolg de lessen te kunnen volgen; d) de kleuter is maximaal negen maanden ingeschreven, vakantiemaanden juli en augustus niet inbegrepen, in een school met het Nederlands als onderwijstaal; 2° D= de totale stijging op 1 juni 2016, ten opzichte van 1 februari 2016, van kleuters in de school die voldoen aan het leerlingenkenmerk, vermeld in artikel 133, § 1, c), van het decreet.

Cela signifie concrètement qu'un Bruxellois néerlandophone a statistiquement une probabilité de 61,5 % de tomber sur un facteur ne maîtrisant pas le néerlandais; un Bruxellois francophone n'a en revanche qu'une probabilité de 2 % d'avoir affaire à un facteur ne maîtrisant pas le français.
Concreet betekent dit dat een Nederlandstalige inwoner van Brussel statistisch gezien 61,5 % kans loopt om een Nederlandsonkundige postbode aan zijn deur te krijgen; een Franstalige inwoner heeft daarentegen slechts 2 % kans om met een Fransonkundige postbode te doen te hebben.

Cela signifie concrètement qu'un Bruxellois néerlandophone a statistiquement une probabilité de 61,5% de tomber sur un facteur ne maîtrisant pas le néerlandais; un Bruxellois francophone n'a en revanche qu'une probabilité de 2% d'avoir affaire à un facteur ne maîtrisant pas le français.
Concreet betekent dit dat een Nederlandstalige inwoner van Brussel statistisch gezien 61,5 % kans loopt om een Nederlandsonkundige postbode aan zijn deur te krijgen; een Franstalige inwoner heeft daarentegen slechts 2 % kans om met een Fransonkundige postbode te doen te hebben.

5. Quelles initiatives envisagez-vous pour garantir que l'ensemble des services d'urgence qui interviennent, même occasionnellement, en Flandre, maîtrisent le néerlandais, pas seulement en théorie mais aussi dans la pratique?
5. Welke initiatieven overweegt u om de Nederlandstaligheid van alle spoeddiensten die in Vlaanderen - al dan niet occasioneel - interveniëren niet alleen in theorie maar ook in de realiteit te verzekeren?