Jusqu'à présent, les augmentations du capital et l'adhésion de nouveaux membres non régionaux ne pouvaient avoir lieu que pour autant qu'elles n'entraînent pas une réduction des pouvoirs de vote des autres pays membres de la Banque en deçà de 53,5 p.c. pour les pays régionaux en développement, de 34,5 p.c. pour les États-Unis et de 4 p.c. pour le Canada.
Tot nu toe konden de kapitaalverhogingen en de toetreding van nieuwe niet-regionale leden slechts plaats hebben zolang zij geen vermindering van het stemmenaandeel van de andere landen-leden van de Bank veroorzaakten beneden 53,5 pct. voor de regionale ontwikkelingslanden, 34,5 pct. voor de Verenigde Staten en 4 pct. voor Canada.