6. Aucune disposition du présent chapitre n'empêche les parties d'appliquer des mesures pour réglementer l'admission ou le séjour temporaire de personnes physiques sur leur territoire, y compris les mesures nécessaires pour protéger l'intégrité de leurs frontières et assurer le passage ordonné de leurs frontières par les personnes physiques, à condition que ces mesures ne soient pas appliquées de manière à annuler ou à compromettre les avantages découlant pour toute partie des dispositions du présent chapitre(1).
6. Niets in dit hoofdstuk belet een partij maatregelen toe te passen tot regeling van de toegang van natuurlijke personen tot of hun tijdelijke verblijf op haar grondgebied, inclusief maatregelen die nodig zijn voor de bescherming van de integriteit van, en de waarborging van het ordelijke verkeer van natuurlijke personen, over haar grenzen, al mogen deze maatregelen niet zodanig worden toegepast dat de voordelen die een partij op grond van de bepalingen van dit hoofdstuk toekomen, daardoor worden teniet gedaan of uitgehold(1).