Par son arrêt du 17 septembre 2007 dans l'affaire T-201/04 («l'arrêt») (1), le Tribunal a annulé l'article 7 de la décision de 2004 en ce qu'il exigeait de Microsoft qu'elle propose (et réservait à la Commission le droit d'imposer) un mécanisme de suivi comprenant un mandataire disposant de pouvoirs d'enquête propres indépendamment de la Commission et dont le coût serait supporté par Microsoft.
In zijn arrest van 17 september 2007 in zaak T-201/04 (hierna „het arrest” genoemd) (1) heeft het Gerecht artikel 7 van de beschikking nietig verklaard voor zover daarin van Microsoft werd verlangd (en de Commissie het recht werd voorbehouden) een toezichtsmechanisme voor te stellen, daaronder begrepen een toezichthoudende trustee die over eigen onderzoeksbevoegdheden zou beschikken, onafhankelijk van de Commissie, en die door Microsoft moest worden vergoed.