Réponse : J'ai l'honneur de communiquer à l'honorable membre que, conformément à l'article 13, § 1 , de l'arrêté royal du 30 octobre 1974 portant règlement général en matière de minimum de moyens d'existence, il y a effectivement lieu de prendre en considération la partie des ressources de la personne qui ne sollicite pas le bénéfice de la loi et avec laquelle le demandeur constitue un ménage de fait, qui dépasse le montant du minimum de moyens d'existence fixé pour la catégorie des cohabitants.
Antwoord : Ik heb de eer het geachte lid mede te delen dat overeenkomstig artikel 13, § 1, van het koninklijk besluit van 30 oktober 1974 houdende het algemeen reglement betreffende het bestaansminimum inderdaad dient rekening gehouden te worden met het gedeelte van de bestaansmiddelen boven het bedrag van het bestaansminimum bepaald voor de categorie samenwonenden van de persoon die geen aanspraak maakt op het genot van de wet en waarmee de aanvrager een feitelijk gezin vormt.