3. L’autorité compétente veille à ce qu’un plan de résolution adéquat soit établi et gardé opérationnel pour chaque DCT afin de garantir la continuité, au minimum, de ses fonctions de base, compte tenu de la taille et de l’importance systémique du DCT concerné, ainsi que de la nature, de l’ampleur et de la complexité de ses activités et de tout plan de résolution pertinent établi conformément à la directive 2014/59/UE.
3. De bevoegde autoriteit zorgt ervoor dat een deugdelijk afwikkelingsplan wordt vastgesteld en gehandhaafd voor elke CSD, om minstens de continuïteit van haar kerntaken te waarborgen, waarbij rekening gehouden wordt met de omvang, het systeemrelevante karakter, het wezen, de schaal en de complexiteit van de activiteiten van de betrokken CSD en met eventuele relevante afwikkelingsplannen die overeenkomstig Richtlijn 2014/59/EU zijn vastgesteld.