H. considérant que M. Agabi, ministre nigérian de la justice, a déclaré aux 12 États du Nord du Nigeria qui appliquent la charia qu''un Musulman ne devrait pas être soumis à une peine plus sévère que celle qui serait imposée à d'autres Nigérians pour le même délit" et que toutes les juridictions "qui infligent une peine discriminatoire enfreignent délibérément la Constitution" (section 42 (1a) qui garantit les libertés sexuelles, religieuses, ethniques et politiques),
H. overwegende
dat de Nigeriaanse minister van Justitie Agabi de twaalf staten in het noorden van Nigeria die de Sharia-wetgeving toepassen, te verstaan heeft gegeven dat een moslim niet mag worden
onderworpen aan een straf die strenger is dan die welke voor hetzelfde vergrijp zou worden opgelegd aan andere Nigerianen, en dat een rechtbank die een discriminatoire straf uitspreekt zich willens en wetens schuldig maakt aan schending van de grondwet (artikel 42 (1a) betreffende waarborging van seksuele, religieuze, etnische en politieke
...[+++] vrijheid),