16. est très préoccupé par le procès de sept responsables baha'is qui a débuté le 12 janvier, et notamment par le fait que les accusations qui pèsent sur ces personnes semblent être motivées par leur
appartenance à une minorité religieuse; demande que ce procès soit mené de façon équitable, juste et ouverte, dans le respect de toutes les normes internationales du Pacte international relatif aux droits civils et politiques, qui a été ratifié par l'Iran, et que l'observation indépendante des procédur
es soit autorisée; demande de mettre un terme ...[+++]à la persécution des baha'is et d'autres communautés religieuses et de respecter la liberté religieuse individuelle; 16. is diep verontrust over het proces tegen zeven Bahai-leiders dat op 12 januari is begonnen, temeer omdat de tegen hen ingebrachte beschuldigingen schijnen te zijn ingegeven door de omstandigh
eid dat zij tot een religieuze minderheid behoren; dringt erop aan dat het process op een eerlijke, rechtvaardige en open manier wordt gevoerd, onder eerbiediging van alle internationale normen van het Internationaal Verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten (ICCPR), dat door Iran is geratificeerd, en dat er onafhankelijke waarnemers van de procesgang worden toegelaten; dringt aan op beëindiging van de vervolging van de Baha'i en andere
...[+++] religieuze gemeenschappen en op eerbiediging van de persoonlijke vrijheid van godsdienst;