Par son arrêt n° 108/2005, du 22 juin 2005, auquel les travaux préparatoires précités renvoient, la Cour a constaté qu'il ressortait des travaux préparatoires de l'article 44, § 2, de la loi du 17 juillet 1997 relative au concordat judiciaire que le législateur avait voulu encourager les commerçants à entretenir des relations commerciales avec un débiteur sous concordat judiciaire, afin d'assurer la continuité de l'entreprise et d'offrir au concordat judiciaire une chance de réussite.
Bij zijn arrest nr. 108/2005 van 22 juni 2005, waarnaar in de voormelde parlementaire voorbereiding wordt verwezen, heeft het Hof vastgesteld dat uit de parlementaire voorbereiding van artikel 44, tweede lid, van de wet van 17 juli 1997 betreffende het gerechtelijk akkoord blijkt dat de wetgever tot doel heeft gehad handelaars aan te moedigen om met een onder gerechtelijk akkoord geplaatste schuldenaar handelsbetrekkingen aan te knopen teneinde de continuïteit van de onderneming veilig te stellen en het gerechtelijk akkoord een kans op slagen te geven.