14. invite les villes à évaluer attentivement les besoins des citoyens et des entreprises et les spécificités des modes de transport, afin de garantir une mobilité durable dans les villes, et à prendre les mesures nécessaires pour améliorer la qualité de vie dans les villes, notamment en favorisant un transfert modal vers des modes de transport durables, y compris la marche et le cyclisme, et en prônant une politique intermodale ou comodale intégrée;
14. dringt er bij steden op aan de behoeften van burgers en bedrijven en de bijzonderheden van vervoersmiddelen zorgvuldig te beoordelen, teneinde duurzame mobiliteit in steden te waarborgen, en de nodige maatregelen te nemen om de levenskwaliteit in steden te verbeteren, onder meer door een overgang naar duurzame vervoersmiddelen te bevorderen, zoals lopen en fietsen, en door een integraal intermodaal en/of co-modaal beleid;