(7) L'introduction pour le
s établissements de monnaie électronique d'un régime de surveillance prudentielle distinct du régime applicable aux autres établissements de crédit, quoique modelé sur ce dernier et sur la directive 2000/12/CE à l'exception de son titre V, chapitres 2 et 3, en particulie
r, est justifiée et souhaitable parce que l'
émission de monnaie électronique ne constitue pas, en soi, étant donné son caractère particulier de substitut électronique des pièces et
...[+++] billets de banque, une activité de réception de dépôts relevant de l'article 3 de la directive 2000/12/CE, si les fonds reçus sont immédiatement échangés contre de la monnaie électronique.(7) De invoering van een afzonderlijk stelsel voor het bedrijfseconomisch toezicht o
p instellingen voor elektronisch geld, dat weliswaar geënt is op het stelsel voor het bedrijfseconomisch toezicht op andere kredietinstellingen en met name op Richtlijn 2000/12/EG, met uitzondering van titel V, hoofdstukken 2 en 3, van Richtlijn 2000/12/EG, maar er toch van verschilt, is gerechtvaardigd en wenselijk omdat de uitgifte van elektronisch geld - gezien het specifieke karakter van dit geld, dat fungeert als elektronisch vervangingsmiddel voor muntstukken en bankbiljetten - op zich als werkzaamheid niet gelijkstaat met het in ontvangst nemen van
...[+++] deposito's overeenkomstig artikel 3 van Richtlijn 2000/12/EG, indien de ontvangen gelden onmiddellijk voor elektronisch geld worden ingewisseld.