Reconnaissant que le statut spécial accordé au Mont Athos, tel qu'il est garanti par l'article 105 de la Constitution hellénique et la Charte du Mont Athos, est justifié exclusivement pour des motifs de caractère spirituel et religieux, les Parties Contractantes veilleront à en tenir compte dans l'application et l'élaboration ultérieure des dispositions de l'Accord de 1985 et de la Convention de 1990.
Erkennende dat het aan de Berg Athos verleende bijzondere statuut zoals dit is gewaarborgd bij artikel 105 van de Helleense grondwet en bij het Handvest betreffende de Berg Athos uitsluitend wordt gerechtvaardigd door motieven van geestelijke en religieuse aard, dragen de Overeenkomstsluitende Partijen er zorg voor hiermee rekening te houden bij de toepassing en latere uitwerking van de bepalingen van het Akkoord van 1985 en de Overeenkomst van 1990.