L’absence de jugement dans un délai raisonnable a causé à la partie requérante trois types de préjudices entre le 12 février 2010 et le 27 septembre 2012: 1) frais de garan
tie majorés pour le montant de l’amende que la partie requérante n’a pas immédiatement payé à la Commission à la suite de l’adoption de la décision C(2007) 5791 final, du 28 novembre 2007, dans l’affaire COMP/39165 — Verre plat; 2) coûts d’opportunité parce que le faible taux d’intérêt sur le montant d’amende tardivement restitué à la partie requérante à la suite de l’arrêt
de la Cour de 2014 était très ...[+++] inférieur au rendement potentiel que la partie requérante aurait pu obtenir si, au lieu de verser cet argent à la Commission en 2008, elle l’avait investi dans ses activités, et 3) préjudice non financier dû au fait que la décision avait erronément imposé l’amende la plus élevée à la partie requérante en 2007 et au fait que, le Tribunal n’ayant pas statué dans un délai raisonnable, cette erreur n’a été rectifiée que tardivement par la Cour en novembre 2014.
Het verzuim om binnen redelijke termijn uitspraak te doen, heeft voor verzoekster tussen 12 februari 2010 en 27 september 2012 tot drie soorten schade geleid: (1) hogere kosten voor e
en bankgarantie voor het bedrag van de geldboete dat verzoekster niet meteen na de vaststelling van beschikking C(2007) 5791 definitief van 28 november 2007 in zaak COMP/39165 — Vlakglas aan de Commissie heeft betaald; (2) kosten van gemiste kansen als gevolg van het feit dat de rente over het bedrag van de geldboete dat verzoekster met vertraging is terugbetaald na het arrest van het Hof van Justitie in 2014 veel lager was dan het rendement dat verzoekster
...[+++] had kunnen behalen indien zij dit geld in haar bedrijf zou hebben geïnvesteerd in plaats van het in 2008 aan de Commissie te betalen, en (3) immateriële schade als gevolg van het onterechte besluit om aan verzoekster in november 2007 de hoogste geldboete op te leggen en het feit dat dit, als gevolg van het verzuim van het Gerecht om de zaak binnen redelijke termijn af te doen, slechts met vertraging door het Hof van Justitie is rechtgezet in november 2014.