"Le ministre ou le fonctionnaire délégué par lui recueille des renseignements sur la moralité du candidat expert judiciaire et son aptitude professionnelle auprès du ministère public, des autorités judiciaires pour lesquelles il est éventuellement déjà intervenu et, le cas échéant, des autorités disciplinaires instituées par la loi.
"De minister of de door hem gemachtigde ambtenaar wint inlichtingen in omtrent de moraliteit van de kandidaat gerechtsdeskundige en zijn beroepsbekwaamheid bij het openbaar ministerie, de gerechtelijke autoriteiten waarvoor hij eventueel reeds is opgetreden en de wettelijk ingestelde tuchtoverheden voor zover van toepassing.