Sans préjudice des droits de la partie civile, les infractions punies d'une sanction de niveau 2, 3 ou 4 et visées au Livre 2 peuvent donner lieu, sur l'initiative du ministère public, à une poursuite pénale devant le tribunal correctionnel, à l'extinction de l'action publique moyennant le paiement d'une somme d'argent, à une médiation pénale visée à l'article 216ter du Code d'instruction criminelle ou enfin à une action visée à l'article 138bis, § 2, alinéa 1 du Code judiciaire.
Onverminderd de rechten van de burgerlijke partij, kunnen de inbreuken die bestraft worden met een sanctie van niveau 2, 3 of 4 en vermeld zijn in Boek 2 op initiatief van het openbaar ministerie aanleiding geven tot strafvervolging voor de correctionele rechtbank, tot een minnelijke schikking, tot een bemiddeling in strafzaken bedoeld bij artikel 216ter van het Wetboek van strafvordering of ten slotte ook tot de in artikel 138bis, § 2, eerste lid, van het Gerechtelijk Wetboek bedoelde rechtsvordering.