Si l'étranger assisté d'un avocat dépose le mémoire de synthèse annoncé au greffe, dans le délai de quinze jours visé à l'article 39/81, alinéa 5, de la loi du 15 décembre 1980, mais omet d'en envoyer une copie par courrier électronique selon les modalités prévues par l'arrêté royal du 26 janvier 2014, son mémoire sera déclaré irrecevable (article 39/81, alinéa 8, de la loi du 15 décembre 1980, inséré par l'article 21, 3°, attaqué).
Indien de door een advocaat bijgestane vreemdeling de aan de griffie gemelde synthesememorie neerlegt binnen de termijn van vijftien dagen bedoeld in artikel 39/81, vijfde lid, van de wet van 15 december 1980, maar nalaat daarvan een afschrift op elektronische wijze over te zenden onder de in het koninklijk besluit van 26 januari 2014 bepaalde voorwaarden, zal zijn memorie onontvankelijk worden verklaard (artikel 39/81, achtste lid, van de wet van 15 december 1980, ingevoegd bij het bestreden artikel 21, 3°).