Par ailleurs, le Conseil estime que le délai prévu pour prendre une action suivie d'effets en réponse à une recommandation relative à la correction du déficit excessif en vertu de l'article 104, paragraphe 7, pourrait être porté de quatre à six mois afin de permettre aux États membres de mieux inscrire l'action dans le cadre de la procédure budgétaire nationale et d'élaborer un ensemble de mesures plus cohérent.
Voorts is de Raad van oordeel dat de termijn voor effectieve maatregelen na een aanbeveling inzake het corrigeren van het buitensporig tekort in het kader van artikel 104, lid 7, kan worden verlengd van 4 tot 6 maanden, zodat de lidstaat de maatregel beter kan plaatsen binnen de nationale begrotingsprocedure en een meer gestructureerd pakket maatregelen kan uitwerken.