En ce qui concerne l'interprétation de l'article 26, alinéa 1er, du Code des impôts sur les revenus 1992 (CIR 92), selon laquelle cette disposition ne trouve pas, en principe, à s'appliquer dès lors que le bénéficiaire de l'avantage anormal ou bénévole est une société résidente, je tiens tout d'abord à renvoyer l'honorable membre à la réponse donnée à la question parlementaire no 3 du 14 juillet 1995, posée par Mme le sénateur Nelis-Van Liedekerke (Questions et Réponses, Sénat, session 1995-1996, no 1-12, pp. 559-560).
Wat betreft de interpretatie van artikel 26, eerste lid, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 (WIB 92), luidens het welk deze bepaling in principe geen toepassing vindt wanneer de verkrijger van het abnormale of goedgunstige voordeel een binnenlandse vennootschap is, wil ik het geacht lid vooreerst verwijzen naar het antwoord verstrekt op de parlementaire vraag nr. 3 van 14 juli 1995, gesteld door mevrouw de senator Nelis-Van Liederkerke (Vragen en Antwoorden, Senaat, zitting 1995-1996, nr. 1-12, blz. 559-560).