Les dispositions des articles 14 et 15, § 1, de la loi du 15 décembre 2004 sur les sûretés financières dérogent aux articles 1675/7 et 1675/9, § 1, 4°, du Code judiciaire en ce qu'elles permettent que les conventions de netting soient opposées aux créanciers et aux tiers moyennant le respect des conditions prévues par ces articles, notamment en cas de situation de concours.
De bepalingen van de artikelen 14 en 15, § 1, van de wet van 15 december 2004 betreffende financiële zekerheden wijken af van de artikelen 1675/7 en 1675/9, § 1, 4°, van het Gerechtelijk Wetboek, in zoverre zij het mogelijk maken dat netting -overeenkomsten worden tegengesteld aan de schuldeisers en aan derden onder de voorwaarden waarin die artikelen voorzien, onder andere in geval van samenloop.